Skip to content

Presenteren

Inleiding

Presenteren is hier opgedeeld in vijf onderwerpen. Onderwerpen zijn verder opgedeeld in deelgebieden. De deelgebieden geven je aandachtspunten en vragen die relevant zijn om te beantwoorden. Gebruik deze om een presentatie zo goed mogelijk op het doel af te stemmen.

De vijf onderwerpen

  • Orientatiefase
  • Opening
  • Structuur
  • Afsluiting
  • Visuele ondersteuning

Onderwerpen

Orientatiefase

Oriëntatie op het doel

Wat is het doel?
    - Je publiek informeren?  
    - De meningsvorming van een luisteraar beïnvloeden?  
    - De luisteraar overtuigen?

Is het doel te realiseren?
Hoe kan ik mijn doel bereiken?

Oriëntatie op het publiek

Welke interesse heeft mijn publiek?
Welke voorkennis heeft mijn publiek?
Welke houding heeft mijn publiek?

Oriëntatie op het onderwerp

Welke info wil ik overbrengen?
Wat is de centrale vraag?

Oriëntatie op de situatie

Hoe laat? 
Hoeveel tijd heb ik?
Waar houd ik de presentatie? 
Wat zijn de faciliteiten?

Structuur

Bedenk in welke volgorde je de thema’s wil bespreken, en waarom op die volgorde.

Bekijk je werk en schrijf per criterium een paar punten die je wil behandelen in je presentatie.

Voorbeeld structuur:

  • Pakkende opening.
  • Opbouw van het middenstuk.
  • Een duidelijke afsluiting.
  • Overgangen tussen de verschillende onderdelen.
  • De structuur inzichtelijk maken.

Opening

Denk o.a. aan de onderstaande mogelijkheden voor een pakkende opening:

Het publiek motiveren.  
Bespreek de voorgeschiedenis.  
Koppel het onderwerp aan de actualiteit.  
Begin met een anekdote.  
Start met een populair misverstand.  
Open met een retorische vraag.  
Open met een citaat/bandopname/video.  
Start met een voorbeeld.

Afsluiting

In de afsluiting kan je de volgende twee punten meenemen.

Samenvatting: je vat kort samen wat je hebt behandeld.  
Uitsmijter: een leuke manier om de presentatie te eindigen.

Visuele ondersteuning

Visuele ondersteuning geeft ondersteuning bij je verhaal. Zorgt ervoor dat het publiek de draad van je verhaal vasthoudt.

Je kan je eigen creativiteit en voorkeuren laten terugkomen in een presentatie, maar er zijn een aantal uitgangspunten:

Houd de informatie op slides overzichtelijk.
Zorg voor eenvoud.
Een leesbare lettergrootte.
Genoeg contrast tussen tekst en achtergrond.
Een logische leesrichting.
Wanneer van toepassing: foto’s of ander beeldmateriaal.

Verbale & non-verbale communicatie

Let verder op de verbale en non-verbale communicatie bij het presenteren. Zie enkele tips hieronder.

Verbale

Tip

  • Je spreekt duidelijk en verstaanbaar.
  • Je spreekt kernachtig en hanteert een duidelijke en logische structuur.
  • Je leest niet voor, maar spreekt het publiek energiek toe.

Non-verbale

Tip

  • Je hebt een open houding.
  • Je maakt op passende wijze gebruik van handgebaren.
  • Je maakt op passende wijze oogcontact met het hele publiek.
  • Je maakt gebruik van de ruimte.
  • Je varieert in volume en tempo.

Last update: February 6, 2023